Aan kinderen
Auteur: Gija Kahlil Gibran
Jouw kinderen zijn niet jouw kinderen.
Ze zijn de zonen en dochters van het verlangen van het Leven naar zichzelf.
Ze komen via jou, maar niet van jou.
En hoewel ze bij jullie zijn, behoren ze niet tot jullie.
Je kunt ze je liefde geven, maar niet je gedachten.
Want ze hebben hun eigen gedachten.
Je mag hun lichamen huisvesten, maar niet hun zielen.
Want hun zielen wonen in het huis van morgen, dat je niet kunt bezoeken, zelfs niet in je dromen.
U kunt ernaar streven als zij te zijn, maar tracht hen niet zoals u te maken.
Want het leven gaat niet achteruit, noch blijft bij gisteren.
Jullie zijn de bogen waaruit jullie kinderen als levende pijlen worden gestuurd.
De boogschutter ziet het teken op het pad van het oneindige,
En Hij buigt jullie met Zijn kracht, zodat Zijn pijlen snel en ver gaan.
Laat uw buiging in de boogschutter hand zijn voor vreugde;
Want zoals Hij de pijl die vliegt liefheeft, zo houdt Hij ook van de boog die stabiel is.